In deze bijlage zijn de teksten van de leeswijzers die horen bij het individueel handelingsplan in een handig overzicht opgenomen. Leeswijzers bieden u ondersteuning bij het geven van inhoud aan de diverse onderdelen.

Leeswijzers bij het Individueel handelingsplan

01. Diagnose / Behandeltype

Kopieer hier (een samenvatting van) de gegevens uit het protocol indicatiestelling van de verschillende onderdelen (bijv. psychologische rapportage, maatschappelijke rapportage, onderwijskundige rapportage).

02. Persoonlijkheidsontwikkeling

Denk aan zaken als: zelfbeeld (vertrouwen in eigen kunnen, zicht op eigen functioneren, verantwoordelijkheidsbesef en zelfregulatie, toekomstbeel/-perspectief), groei-ontwikkeling, basisstemming, stemmingswisselingen, frustratietolerantie, angstig gedrag, agressiviteit, alertheid, sensitiviteit, gewetensontwikkeling, behoefte aan geborgenheid, faalangstigheid. Maak, indien van toepassing onderscheid in vrije situatie, klassensituatie en individueel contact.

03. Interactie met volwassenen

Denk aan zaken als: omgaan met positieve / negatieve feedback, sociale vaardigheid, leggen van (nieuwe) contacten, structuurgevoeligheid, zakelijk/persoonlijk, behoefte aan bevestiging, persoonsgebondenheid, beïnvloedbaarheid, conflicthantering, aandacht vragen/kunnen uitstellen, positief/negatief leiderschap, zelfstandigheid. Maak, indien van toepassing onderscheid in vrije situatie, klassensituatie en individueel contact.

04. Interactie met medeleerlingen / leeftijdsgenoten

Denk aan zaken als: sociale vaardigheden, leggen van (nieuwe) contacten, zakelijk/persoonlijk, persoonsgebondenheid, beïnvloedbaarheid, conflicthantering, aandacht vragen / kunnen uitstellen, positief/negatief leiderschap, zelfstandigheid, weerbaarheid, statusgevoeligheid, introvertheid /extravertheid

05. Omgang met regels en afspraken

Denk aan zaken als: te laat komen, afspraken nakomen, acceptatie gezag, discussie aangaan, accepteren van consequenties van gedrag, verantwoordelijkheid nemen voor gemaakte afspraken.

06. Thuissituatie en hulpverlening

Denk aan zaken als: Gezinssamenstelling (kort aangeven uit welke personen het gezin bestaat), betrokkenheid van ouders bij school, gedragsproblematiek thuis en in de buurt, contacten die er zijn (geweest) met jeugdhulpverlening c.q. politie (reclassering)

07. Werkhouding en werkaanpak

Denk aan zaken als: zelfstandigheid, concentratie, werkverzorging, werktempo, taakgerichtheid, prikkelgevoeligheid, impulsiviteit, indien de werkhouding bij praktijkvakken en theorievakken sterk verschilt dit s.v.p. expliciet vermelden

08. Didactisch niveau:

Wat is het algemene niveau (praktijkonderwijs – basis – theoretisch), op welke vakken c.q. leergebieden valt de leerling uit, welke vaardigheden zijn goed ontwikkeld.

09. Centrale problematiek / hulpvraag

Vat de problematiek die blijkt uit de punten 2 t/m 8 kernachtig samen en geeft aan welke hulpvragen hieruit voortvloeien. Welk probleem zie je bij deze leerling, waarvan je denkt dat het primair aanpak behoeft? Wat vraagt deze leerling specifiek van jouw pedagogisch handelen (leerkrachtgedrag). Geef ook aan welke zaken (al) goed gaan.

10. Evaluatie / bereikte resultaten

Hierbij dient uitgegaan te worden van de reden van telating en de gegevens uit het protocol CvI. Aan de hand hiervan is gedurende het afgelopen jaar is er middels de domeinhandelingsplannen gewerkt om de gestelde doelen te halen. Geef hier samenvattend aan wat er bereikt is met de handelingsgerichte diagnostiek, welk(e) doel(en) al dan niet (gedeeltelijk) bereikt zijn en waar nog aandachtspunten liggen voor de toekomst, waar eventueel nieuwe hulpvragen zijn ontstaan. Maak hier een splitsing in de visie van de CvB/mentor en de visie van de ouders.

11. Doel op lange termijn (komende 2 jaren)

Met het doel op lange termijn bedoelen de meer beleidsmatige, meer globale, maar

fundamentele doelen die we gedurende de periode die de leerling op school doorbrengt de komende twee jaren (periode beschikking) willen bereiken.

12. Conclusie en advies, afspraken komende schooljaar / schoolperiode

Geef hier een totaalindruk van de leerling (gedrag en beleving), beschrijf duidelijk en concreet welke afspraken gemaakt zijn/geadviseerd worden m.b.t. het vervolgtraject: stage/arbeidstrajecten, regulier afspraken, afspraken m.b.t. handhaving/24 uurs behandeling etc.

13. Gedrag bij aanmelding

Hier beschrijft u de centrale gedragsproblematiek die heeft geleid tot de aanmelding cluster IV. Denk hierbij aan persoonlijkheidskenmerken, interactie met volwassenen en leeftijdsgenoten, omgang met regels en afspraken, de werkhouding en de werkaanpak. Laat u hierbij leiden door bijvoorbeeld het onderwijskundige rapport van de vorige school, verslagen van hulpverleningsinstanties en psychologische onderzoeken.

14. Huidig gedrag

Hier beschrijft u de centrale gedragsproblematiek zoals die zich geopenbaard heeft op uw school. Denk hierbij aan persoonlijkheidskenmerken, interactie met volwassenen en leeftijdsgenoten, omgang met regels en afspraken, de werkhouding en de werkaanpak. Laat u hierbij leiden door groepshandelingsplannen, individuele handelingsplannen, verzuimrapporten, contacten en afspraken, CvB-verslagen, stage-evaluaties, verslagen van ambulante begeleiding etc.

15. De beperking in het onderwijs

Beschrijf waarom deze leerling niet zal kunnen functioneren in het reguliere onderwijs  of het speciale basisonderwijs. Welke voorwaarden ontbreken, zodat hij/zij aangewezen is op het onderwijs en de begeleiding op uw school.

16, 17, 18. De benodigde speciale zorg (school, thuis, vrije tijd).

Beschrijf hier het antwoord op punt 14. Welke speciale zorg heeft dit kind nodig om zich didactisch en gedragsmatig te kunnen ontwikkelen.

Leeswijzers bij statische deel van het handelingsplan

01. Protectieve kindkenmerken

Kenmerken die een verondersteld positieve invloed zullen hebben op het bereiken van de in dit handelingsplan nagestreefde doelen.

Denk aan:

* kenmerken van de persoon zoals intelligentie en sociale vaardigheden

* kenmerken van de omgeving zoals thuissituatie en vrije tijdsbesteding

02. Belemmerende kindkenmerken

Kenmerken die een verondersteld negatieve invloed zullen hebben op het bereiken van de in dit handelingsplan nagestreefde doelen.

Denk aan:

* kenmerken van de persoon zoals intelligentie en sociale vaardigheden.

* kenmerken van de omgeving zoals thuissituatie en vrije tijdsbesteding

03. Probleemomschrijving en hulpvraag

Welk probleem zie je bij deze leerling, waarvan je denkt dat het primair aanpak behoeft? Wat vraagt deze leerling specifiek van jouw pedagogisch handelen (leerkrachtgedrag). Maak, indien noodzakelijk, onderscheid tussen relatie, competentie en autonomie.

04. Reeds geboden hulp

Inventariseer de voor dit handelingsplan reeds geboden relevate acties om het gedrag of functioneren te beïnvloeden. Maak hierbij gebruik van diverse bronnen: leerlingdossier, gegevens van de vorige mentor(en), ouders etc.

05. Screening / onderzoeken / testscores

Geef hier  een overzicht van alle relevante testscores: TRF, YSR, CBCL, LICOR,PVL, CITO etc.

12. Doel (langere termijn, ± 1 jaar)

Beschrijf hier wat je, in de periode waarop het handelingsplan betrekking heeft, wilt realiseren. Feitelijk geef  je hier het antwoord op de geformuleerde hulpvraag.

Leeswijzers bij dynamische deel van het handelingsplan

07. Nieuwe doel en leerinhoud (wat en waarom, korte termijn, ± 6 wkn)

Beschrijf hier een subdoel; dat wat je de komende 6 weken wilt realiseren. Het is de bedoeling om hier uit het doel op langere termijn een concreet tussendoel te formuleren en een leerinhoud. Aan dit wat en waarom kan een methodiek en een organisatie worden gekoppeld. Zorg dat het beschreven subdoel realistisch en meetbaar is.

08. Methodiek (hoe, waarmee)

Beschrijf hier de wijze van aanbieden van de leerstof en de benodigde middelen: Hoe wordt de leerstof aangeboden? Is de instructie voldoende gevarieerd? staan de taken in relatie tot de inhoud? sluit de instructie aan bij de methoden die op school worden gebruikt? welke suggesties worden gegeven om de leerling bewust te maken van het probleem? worden er suggesties gedaan om het zelfvertrouwen en de motivatie van de leerling te versterken? is duidelijk welke materialen, wanneer nodig zijn en of ze beschikbaar zijn?

Beschrijf ook concreet hoe geëvalueerd zal worden: Is duidelijk met welke middelen (toets, observatieinstrument) geëvalueerd zal worden? Worden er voldoende suggesties gegeven om regelmatig de leervorderingen van de leerling te controleren?

09. Organisatie en uitvoering (waar, wanneer, wie)

Wie bewaakt de voortgang van het traject? Wat moet er geregeld worden? Wie gaat met de leerling aan het werk? Wanneer wordt er aan het handelingsplan gewerkt? Is er extra tijd nodig om het traject te kunnen realiseren? Wat is de verwachte hoeveelheid tijd die er moet worden geïnvesteerd? Moeten de ouders op de hoogte worden gesteld en zo ja, wie doet dit.

Beschrijf ook concreet hoe geëvalueerd zal worden: Is duidelijk wanneer geëvalueerd zal worden? Is duidelijk wie de evaluatie zal doen?

10. Evaluatie

Na de in het handelingsplan genoemde termijn (ongeveer 6 weken) kan de daarvoor benoemde persoon (bijv. mentor) evalueren of de uitvoering van de methodiek en de bijbehorende organisatie een positief effect heeft gehad en/of heeft geleid tot het bereiken van het gestelde tussendoel. Als het doel niet (volledig) bereikt is kan het, evt. inclusief de methodiek en organisatie worden bijgesteld. Als het tussendoel wel bereikt is, kan een nieuw tussendoel worden geformuleerd.

 

Let op! Het statische en het dynamische gedeelte van het handelingsplan horen bij elkaar.